Het steunsysteem betrekken

dossier

Thema's / Oog voor het netwerk /

Het steunsysteem betrekken

In een kortdurende, generalistische behandeling is het belangrijk om oog te hebben voor het steunsysteem van de cliënt. Hiermee worden de naasten van een cliënt bedoeld: familieleden, partner, vrienden, of andere betrokkenen. De cliënt bepaalt zelf wie hij of zij ziet als naaste, en wie hij of zij wil betrekken bij de behandeling. 

Waarom is het belangrijk om het steunsysteem te betrekken?

Mensen functioneren altijd in relatie tot anderen, ook wel een systeem genoemd. Herstel van psychische klachten vindt óók plaats binnen het systeem. Wanneer de cliënt veranderingen doormaakt zal dit invloed hebben op naasten en het ‘systeem’ waar ze in functioneren. Reacties en gedrag van naasten kunnen een positieve of negatieve invloed hebben op het functioneren en veranderproces van de cliënt. Het is daarom belangrijk om deze context te begrijpen en te versterken, zodat naasten zoveel mogelijk een positieve invloed kunnen uitoefenen. 

Nog een belangrijke reden: naasten spelen een constante rol in het leven van de cliënt. De behandelaar is maar tijdelijk betrokken. Actief aandacht geven aan de sociale context van de cliënt kan daarmee duurzame, houdbare verandering bevorderen. Je stimuleert de autonomie van de cliënt door te zorgen dat deze ook in zijn dagelijkse systeem personen heeft die steun kunnen bieden (waarbij het overigens niet het doel is dat naasten de rol van therapeut overnemen).

tip icon

Stappen om het steunsysteem te betrekken bij de behandeling

  1. Met de cliënt inventariseren en onderzoeken van de mogelijkheden: gebruik bijvoorbeeld een sociogram om te onderzoeken wie er belangrijk is voor de cliënt en hoe de onderlinge relaties zijn. Welke van deze naasten zou een cliënt willen betrekken? Waarom misschien niet? Zijn er moeilijkheden in de relaties?
     
  2. Kennismaken met de naasten: nodig de naaste uit voor een gesprek om kennis te maken. In dit gesprek streef je er naar om ‘triadisch te werken’: de cliënt, naaste en professional werken samen om het herstelproces te bevorderen. Je hebt hierbij aandacht voor ieders inbreng en iedereen is gelijkwaardig aan elkaar. Zie ook de Tool Triadisch werken van Akwa GGZ
     
  3. Vastleggen van afspraken: maak bijvoorbeeld duidelijke afspraken over het delen van informatie, hoe je wie mag informeren bij belangrijke veranderingen en de onderlinge verdeling bij praktische zaken. Het kan helpend zijn om een begeleidingsplan op te stellen. 

Wanneer en waarbij kan je naasten betrekken?

Het kan in alle fases van behandeling waardevol zijn om naasten te betrekken. Een paar mogelijkheden:

  • Intake en diagnostiek: een naaste kan betrokken zijn als extra informatiebron. Dit brengt een aanvullend perspectief op wat er speelt en kan een mooie toevoeging zijn op wat de cliënt zelf deelt. 
     
  • Behandelplan opstellen: een naaste kan meedenken over wat de cliënt zou kunnen helpen en welke dingen mogelijk wel of niet werken. 
     
  • Co-begeleider: een naaste kan optreden als ‘co-begeleider’. Dit betekent dat de naaste de cliënt buiten de behandelsessies om kan aanmoedigen om gedragsverandering voort te zetten en inzichten toe te passen. Het is dan helpend om ook te bespreken welk gedrag van de naaste positieve verandering voor de cliënt kan stimuleren en de naaste hier zonodig bij te ondersteunen. 

    Zorg dat de cliënt in deze gesprekken centraal blijft staan. Hoe wil de cliënt geholpen worden door de naaste? Welke reacties helpen niet, en welke juist wel? Als behandelaar begeleidt je dit gesprek en kan je suggesties doen, maar de regie blijft bij de cliënt. Het doel is dat de cliënt leert herkennen en aangeven wat hij nodig heeft. Hiermee bevorder je de autonomie. Het doel is niet dat de naaste de behoefte van de cliënt leert anticiperen of aanvoelen. 
     
  • Evalueren: een naaste kan ook tijdens een evaluatiegesprek betrokken zijn als informatiebron, met name (maar niet enkel) als diegene als ‘co-begeleider’ betrokken is. De naaste kan een extra perspectief bieden over het proces wat de cliënt doormaakt. Merkt de naaste verschil sinds behandeling is opgestart? Zo ja, wat dan? Wat lijkt te helpen? Wat mogelijk niet? Wat denkt de naaste dat belangrijk is voor het vervolg? 
     
  • Opstellen van het onderhoudsplan: de naaste kan ook hier een informatiebron zijn en optreden als (toekomstige) ‘co-begeleider’. De naaste kan meedenken over welke vroege signalen de cliënt kan herkennen, maar ook wel signalen de omgeving mogelijk zal herkennen. Daarnaast kan de naaste meedenken over de hierop volgende actiepunten: wat helpt de cliënt om zelf te doen, en wat helpt als de naaste doet? Door een naaste te betrekken is er ook na afronding van behandeling iemand om de cliënt te ondersteunen en herinneren aan wat diegene heeft geleerd in de behandeling. 
     
  • Afronding: een naaste kan steunend zijn bij de afronding. Het kan lastig zijn voor de cliënt om behandeling af te ronden. Het is dan helpend om hierbij gesteund te worden door een naaste. Ook kan het mooi zijn om met de naaste stil te staan bij successen - een moment om in de triade gezamenlijk trots te voelen over datgeen wat cliënt heeft bereikt, en vertrouwen uit te spreken over diens toepassing van het geleerde in de toekomst. 
tip icon

LET OP

Voorkom dat de naaste overbelast raakt

De naaste kan ook een zorgvrager zijn of worden. Dit betekent dat de naaste overbelast is geraakt en mogelijk zelf hulp nodig heeft om weer in balans te komen. De belasting van deze naaste kan ook een belangrijke drijfveer zijn in de motivatie van de cliënt om hulp te zoeken. Wanneer je naasten betrekt is het belangrijk om waakzaam te blijven voor overbelasting en aandacht te hebben voor hoe naasten hun grenzen bewaken en voor zichzelf zorgen. Hiermee kan je overbelasting voorkomen. 

Wat is belangrijk bij het betrekken van naasten?

  • Privacy en zorgvuldigheidseisen: Bij het delen van informatie met anderen is het belangrijk om professioneel zorgvuldig te zijn. Akwa GGZ heeft hiervoor een handige werkkaart gemaakt: Zorgvuldig delen van informatie in de triade.
     
  • Naastenbeleid: dit is met name relevant voor de bestuurders en beleidsmakers. Meer informatie hierover vind je in de werkkaart: Krachtig en proactief betrekken van naasten om herstel te bevorderen.
     
  • Training/deskundigheid: zorg dat je je als behandelaar bekwaam voelt in het betrekken van naasten en triadisch werken. Het kan helpen om hiervoor een cursus te volgen, of om collega’s met ervaring met triadisch werken te observeren. 

GGZ TeamTalks van Akwa GGZ

Akwa GGZ biedt de mogelijkheid om een ‘teamtalk’ in te plannen over het betrekken van naasten. Deze teamtalks worden gegeven door experts in het gekozen onderwerpen en kunnen online of op locatie plaatsvinden. Klik hier voor meer informatie over de GGz TeamTalks

Moeizame banden binnen het steunsysteem

Wanneer er binnen het systeem moeizame banden zijn kan het helpen om hier aandacht voor te hebben. Soms kan je met één of twee gesprekken al mooie veranderingen teweeg brengen die het herstel bevorderen. Mocht er sprake zijn van systemische problematiek, kan het helpend zijn om een systemische behandeling op te starten. 

Soms wil de cliënt helemaal niemand betrekken. Het is dan wel belangrijk om uitleg te geven over waarom dit het herstel zou kunnen bevorderen. De keuze om een naaste te betrekken of niet blijft uiteraard aan de cliënt. Zie ook de Werkkaart van Akwa GGZ: Patiënt houdt samenwerken met naaste af

Tools voor het betrekken van het steunsysteem

Van overzichten en folders tot een quickscan voor je team of afdeling - als je behoefte hebt aan meer ondersteuning of concrete tips, kijk dan eens hiernaar:

  • MIND Atlas: een overzicht van cliënten, familie- en naastenorganisaties op de kaart van Nederland
     
  • Folder 'Als naaste mee naar therapie' (VGCt): een informatieve folder om te delen met naasten van cliënten die mee willen komen naar de behandeling.
     
  • Werkkaarten bij Zorgstandaard Naasten (AkwaGGZ): korte of grafische toelichtingen op een specifiek onderdeel van de standard met concrete tips en handvatten. Bijvoorbeeld over onderwerpen als: 'Wat heeft een naaste nodig?', 'Patiënt houdt naaste af' of 'Verschillende rollen van naasten'Zoals bijvoorbeeld werkkaarten over triadisch werken, naasten ondersteunen en handvatten voor naasten. 
     
  • De Quickscan GGz: een tool waarmee je kan inventariseren wat jouw team of afdeling goed doet op het gebied van samenwerken met naasten en waar de belangrijkste kansen voor verbetering zitten.
     
  • Flyer - Naasten (MIND): een flyer met tips voor naasten over de omgang met iemand met psychische problemen.