Focus behouden

dossier

Wanneer men doelgericht werkt en behandelingen tijdig wil afronden, is het belangrijk de focus te behouden. Verlies van focus wordt vaak aangeduid als therapist drift of therapy drift. Elke behandelaar kan hiermee te maken krijgen.

Wat is therapist drift?

Therapist drift verwijst naar het fenomeen waarbij een behandelaar onbewust ‘wegdrijft’ van de behandelvorm die in het behandelplan is vastgelegd. Vaak resulteert dit in een meer ‘praten over’-benadering, waarbij geen evidence-based interventies of technieken meer worden toegepast (18). Therapist drift kan ertoe leiden dat er onvoldoende gezondheidswinst wordt geboekt en/of dat behandelingen langer duren. Dit kan ook leiden tot de (onterechte) overtuiging van een cliënt dat de behandelvorm niet effectief is of niet werkt voor hem of haar.

Wat zijn de oorzaken van therapist drift?

Therapist drift ontstaat niet alleen door gebrek aan kennis of training in evidence-based behandeltechnieken. Ook ervaren behandelaren met de juiste opleidingen kunnen ermee te maken krijgen. Het is vaak gelinkt aan persoonsgebonden factoren van de behandelaar, zoals eigen emoties, belemmerende overtuigingen, veiligheidsgedrag en persoonlijke valkuilen (19). Behandelaren kunnen het bijvoorbeeld spannend vinden om een techniek toe te passen, moeite hebben met het begrenzen van andere inbreng of de effectiviteit van enkel ‘praten over’ overschatten.

Hoe voorkom je therapist drift (zoveel mogelijk)?

1. Houd de behandeldoelen van de cliënt scherp in het oog

Bekijk de doelen voorafgaand aan een afspraak of vraag de cliënt om ze aan het begin van het gesprek te benoemen. Het is nog effectiever om de doelen samen op een bord (of op een flap papier) te schrijven en deze er tijdens de sessie bij te houden. Zo zijn jullie beiden gerichter bezig met wat de cliënt wil bereiken met de behandeling en kun je interventies inzetten die daarop aansluiten. Ook ben je minder geneigd om (lang) stil te staan bij inbreng die niet aansluit op de behandeldoelen, waardoor je minder snel ‘wegdrijft’ in een ‘praten over’-gesprek ten koste van het uitvoeren van interventies.

tip icon

TIP

Zet de hulpvraag boven elk voortgangsverslag

Hierdoor wordt duidelijk zichtbaar of dit gesprek zich voldoende heeft gericht op de hulpvraag, wat het signaleren van therapist drift gemakkelijker maakt. 

2. Vraag cliënten regelmatig om feedback over hoe de behandeling verloopt

Je vraag hopelijk al feedback tijdens de evaluatiegesprekken die je gedurende de behandeling met je cliënt voert, maar het kan ook helpen dit frequenter te doen. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld de Session Rating Scale (SRS) of Outcome Rating Scale (ORS) gebruiken. Onderzoek toont aan dat het vragen en integreren van feedback het slagingspercentage van behandelingen vergroot (36, 37). Hierdoor kunnen trajecten ook sneller worden afgerond.

3. Evalueer zelf hoe je vindt dat de behandeling verloopt

Naast het evalueren met je cliënt samen, kan een eigen evaluatiemoment ook erg nuttig zijn om je focus te behouden. Je kunt kort stilstaan bij de aanpak die je voor ogen had toen je het behandelplan opstelde, hoe de sessies tot nu toe verlopen en of dit goed op elkaar aansluit. Mocht je concluderen dat je aanpak is veranderd, vraag je dan af waarom. Is er nieuwe informatie naar voren gekomen? Moet het behandelplan aangepast worden? Heb je met de cliënt besproken of jullie een overstap willen maken naar een andere behandelvorm? Of ben je eigenlijk ‘weggedreven’ van het behandelplan zonder duidelijke onderbouwing? 

Het inlassen van een eigen evaluatiemoment voorkomt dat behandelingen in automatische modus doorgaan en stimuleert bewuste keuzes bij interventies. Je kunt ook intervisie, supervisie of overleg met collega’s gebruiken. Het bespreken van een casus helpt je om zelf kritisch en overstijgend na te denken over het verloop van het proces.

Systematic Client Feedback - Vraag en Antwoord

Systematic Client Feedback (SCF) is een manier om systematisch cliëntervaringen te toetsen waarvan is aangetoond dat het helpend is bij psychologische behandelingen. Mits de juiste voorwaarden worden geschept, zorgt het voor snellere en betere resultaten en voor minder drop-out. De VGCt publiceerde hierover een informatief interview met Bram Bovendeerd - klinisch psycholoog die promoveerde op dit onderwerp.

4. Bespreek langer durende trajecten in intervisie

Soms lijkt het alsof bij langer durende trajecten 'alles wel loopt’, maar juist bij deze trajecten kan het nuttig zijn om stil te staan. Door ze te bespreken, kun je reflecteren op het behandelproces, nagaan of er nog gezondheidswinst te behalen valt en bekijken of je nog steeds de juiste focus hebt en evidence-based interventies toepast die hierbij aansluiten.

5. Onderzoek je eigen belemmerende overtuigingen

Overtuigingen van behandelaren zijn een veelvoorkomende oorzaak van therapist drift (19). Het kan zeer nuttig zijn om een meta-perspectief in te nemen en je overtuigingen over behandelingen, interventies of cliëntreacties te onderzoeken. Waar ben je bang voor wanneer je een bepaalde techniek introduceert? Welke zorgen heb je over jouw vaardigheden in een interventie? Waarom vind je het lastig om over te gaan van ‘praten over’ naar doen? Je kunt deze overtuigingen onderzoeken en uitdagen, en nadenken over wat je kan helpen om de stap toch te zetten. Het overschatten van je eigen effectiviteit als behandelaar komt vaak voor (38) en kan ertoe leiden dat je niet op neutrale wijze evalueert hoe de behandeling daadwerkelijk verloopt. 

Het bespreken van jouw belemmerende overtuigingen in intervisie of supervisie, of het gebruiken van instrumenten zoals de therapeut tevredenheidsschaal (39), kunnen helpen om deze overtuigingen te onderzoeken en bij te stellen.

6. Oefen interventies die je spannend vindt om uit te voeren

Vertrouwen in je vaardigheden om een interventie uit te voeren kan meespelen in de neiging om weg te drijven van het toepassen van deze interventie. Is dat zo? Dan is het belangrijk om tijd te maken om deze interventie te oefenen. Dit kan samen met een collega, een vriend(in) of partner, of gewoon zelfstandig. Daarnaast kun je onderzoeken welke verwachtingen je stelt aan jezelf voor het uitvoeren van de interventie en of die lat misschien te hoog ligt. 

Het kan spannend zijn om interventies uit te proberen als je niet zeker weet of ze zullen slagen of hoe ze precies zullen verlopen. Probeer jezelf er dan aan te herinneren dat het niet perfect hoeft te gaan en dat je kunt vertrouwen op jouw therapeutische vaardigheden om het in goede banen te leiden. Uiteindelijk leer je het meest door het gewoon te doen.