Redenen bij cliënten
Arts & Reinders (13) wijzen op verschillende redenen waarom cliënten het moeilijk kunnen vinden om trajecten af te ronden:
- Hoop op verbetering: Door in therapie te blijven, blijft de hoop op verbetering bestaan.
- Angst voor terugval: De vrees dat klachten terugkomen kan cliënten weerhouden van afronding.
- Leegte en eenzaamheid: Therapie kan een invulling bieden voor gevoelens van leegte of eenzaamheid.
- Veiligheid van steun: Het gevoel van veiligheid dat voortkomt uit de aanwezigheid van de therapeut in eventuele toekomstige moeilijke situaties.
Wanneer deze factoren meespelen, is het belangrijk om ze zonder oordeel met de cliënt te bespreken en hun gedachten hierover uit te dagen. Kijk ook naar de beschikbare steun in het bredere netwerk. Het normaliseren van angsten en zorgen rondom de afronding van de behandeling kan ook helpend zijn.
Deze kritische vragen kun je stellen als iemand het lastig vindt om af te ronden:
- Zou je je met de huidige klachten opnieuw aanmelden voor behandeling?
- Zou je behandeling voor deze klachten ook vervolgen stel dat je er zelf voor moest gaan betalen?
Let op: stel deze vragen wel op een niet-oordelende, nieuwsgierige, onderzoekende wijze.
Redenen bij behandelaren
Ook voor behandelaren kan het lastig zijn om behandeling af te ronden. Daar kunnen de volgende redenen voor zijn (13, 8):
- Hoge eisen: Behandelaren stellen vaak hoge eisen aan zichzelf en voelen zich verantwoordelijk.
- Geen hulp kunnen bieden: Het kan moeilijk zijn om iemand geen hulp aan te bieden.
- Teleurstelling: Het is moeilijk om cliënten teleur te stellen of verdriet te doen.
- Ineffectiviteit erkennen: Het kan lastig zijn om te (h)erkennen dat een therapie niet effectief is of dat de gezondheidswinst afvlakt.
- Angst voor reacties: Er kan angst zijn voor de reactie van de cliënt wanneer het onderwerp afronding ter sprake komt, wat kan leiden tot schuldgevoelens.
- Comfort van langdurige behandelingen: Het kan ademruimte geven om iemand te blijven zien bij wie de behandeling rustig voortkabbelt, vooral in een omgeving met hoge werkdruk en verwachtingen.
Bespreek deze behandelaar-gerelateerde factoren in intervisie, supervisie of teamoverleg en daag ze samen uit. Het bevorderen van een open sfeer waarin gesproken kan worden over (moeite met) het afronden van behandeling is hierin essentieel. Hier geldt, net als bij cliënten: het normaliseren van zorgen rondom de afronding van behandelingen kan helpend zijn.
