Roos Pot Kolder (Arkin Basis GGZ): “Cliënten krijgen een behandeling met ondersteuning van een interactieve virtual reality (VR) omgeving. Dat betekent dat er een reguliere behandeling plaatsvindt, waarbij we oefeningen doen waarbij de cliënt een VR-bril op krijgt en in een virtuele omgeving terechtkomt. In deze omgeving kunnen situaties uit het echte leven worden nagebootst.”
Meer interactie en efficiëntie
VR-therapie werkt, stelt Roos. “Er wordt al 20 jaar onderzoek naar gedaan en we weten al geruime tijd dat behandeling met virtual reality effectief is bij angststoornissen en psychoses. Zonder dit bewijs erachter zou ik er niet mee begonnen zijn, maar ik ervaar nu zelf ook hoe goed het werkt.”
Roos noemt meerdere grote voordelen van VR-therapie. “In virtual reality kunnen we de onderwerpen en omgeving aanpassen op de cliënt. Met een druk op de knop gaan we van een rustige naar een drukke winkelstraat. Doordat we de oefeningen in een afgesloten kantoor doen, kunnen we direct praten over wat de oefening oproept. Bij oefeningen in vivo kan dit niet omdat je op een openbare plek bent. Er is bij VR veel meer interactie tussen cliënt en behandelaar mogelijk."
Bovendien is VR volgens Roos veel efficiënter dan de werkwijze waarbij de cliënt een opdracht mee naar huis krijgt. “Die opdracht bespraken we de volgende keer en daarna gaf ik weer een aangepaste oefening mee. Dat zijn dus drie sessies. Nu kan dit allemaal in dezelfde sessie; we doen de oefening direct, passen hem op de cliënt aan en bespreken het.”
Alle mensen laten praten over leverworst
“De basis voor VR is cognitieve gedragstherapie (CGT). Voor angststoornissen, zoals sociale angst, paniekstoornis en psychotische angst zoals paranoia is VR-CGT bewezen effectief,” legt Roos uit. “Juist het confronteren met angsten kan op een hele laagdrempelige manier met VR. En heel specifiek. Er was bijvoorbeeld een cliënt die bang was voor het woord ‘leverworst’. Dus stelde ik het programma zo in dat alle mensen in de virtuele omgeving het alleen maar over leverworst hadden terwijl hij in een supermarkt rondliep. Er werd omgeroepen dat de leverworst in de aanbieding was, mensen in het gangpad vroegen waar ze de leverworst konden vinden, enzovoorts. De cliënt leerde dat er niks gebeurde als mensen het woord uitspraken.”
Cliënt heeft meer eigen regie
Roos: “Met VR hebben cliënten in de behandelkamer veel meer eigen regie. Ze hebben controle over welke kant we opgaan met oefeningen; wanneer ze aangeven dat een winkelstraat drukker kan dan kunnen we dit meteen toepassen. De relatie tussen behandelaar en cliënt is gericht op samenwerken en samen beslissen welke oefeningen worden gedaan en wat de intensiteit ervan is. Ik ben in latere sessies ook meer teruggetrokken als behandelaar, zodat ik geen veiligheidssignaal word. In het echte leven ben ik er ook niet bij.”
Een voorbeeld uit de praktijk: “Een vrouw die bang was dat mensen over haar heen zouden walsen hebben we in een VR-omgeving in een deuropening gezet en daar heel veel mensen langs laten komen. Gesterkt met deze ervaring is ze zelf in de deuropening van het Centraal Station Amsterdam gaan staan, tijdens de spits! Ze leerde dat mensen haar soms geïrriteerd aankijken, maar wel altijd om haar heen lopen.”
Do’s bij inzet van VR
- Reken voor de implementatie – zeker het eerste jaar – op 8 uur per week.
- Bij instellingen moet er commitment van bovenaf zijn.
- Investeer in goede hard- en software voor VR-therapie. Dit is duur en het is geen eenmalige investering; voor de software zijn regelmatig updates en een goede helpdesk die je kan bereiken wanneer iets niet werkt is onontbeerlijk.
- Oefenen, oefenen, oefenen.
Don’ts bij inzet van VR
- Goedkopere 360ᵒ films gebruiken: hier is geen maatwerk in mogelijk en er is geen bewijs dat het werkt.
- De spullen aanschaffen en verwachten dat het vanzelf wordt opgepakt.
- Je laten afschrikken door technologie. Dit is te leren!