Het wat en waarom van positieve Cognitieve Gedragstherapie

Positieve Cognitieve Gedragstherapie (PCGT) wordt steeds vaker toegepast. Onderzoek van Geschwind e.a (2011) wijst erop dat geestelijke gezondheid en de effectiviteit van CGT verhoogd kunnen worden door een sterkere focus op positieve emoties en welbevinden. Bannink en Geschwind ontwikkelden daarvoor een behandelprotocol van 8 sessies. Dit protocol combineert wetenschappelijk onderzoek met de toepassingen van de positieve psychologie en oplossingsgerichte therapie. Simone Das Dores van iPractice is enthousiast over PCGT en deelt haar ervaringen.

Waarom ging jij PCGT gebruiken?

“Je ziet regelmatig dat mensen na een behandeling van depressie met ‘traditionele’ CGT van hun klachten af zijn, maar nog een beperkt welbevinden ervaren. Ze hebben bijvoorbeeld nog weinig sociale contacten. Of een gebrek aan zinvolle doelen richting de toekomst. Je kunt de behandeling dan afronden, maar je kunt óók een aantal sessies richten op het verbeteren van dat welbevinden, als de cliënt dat wil. Daarmee verklein je de kans op terugval én je richt je meer op toename van positieve zaken in plaats van alleen op afname van negatieve zaken. Voor jou als therapeut werkt dat bovendien vaak inspirerend en verbindend.”

“Ook vind ik het zinvoller om een doelformulering met de cliënt op te stellen dan een uitvoerige probleemanalyse. Je stapt immers ook niet een taxi in om te zeggen waar je vandaan komt, maar je laat weten waar je naartoe wilt. Dat vind ik in psychologische behandelingen óók het belangrijkste om te weten: waar wil de cliënt naartoe? Ernst Bohlmeijer van de Universiteit Twente bevestigt bovendien het inzicht dat de focus op welbevinden van groot belang is. Daarom ben ik PCGT vaker gaan gebruiken én wil ik mij meer gaan verdiepen in de Welbevindentherapie van Bohlmeijer.”

Wat maakt PCGT anders dan gebruikelijke CGT?

“Het is lichter voor de therapeut. En cliënten ervaren het vaak als prettiger. Wel is belangrijk – in lijn met deze manier van behandelen – dat je de cliënt toestemming vraagt om het over een andere boeg te gooien. De cliënt bepaalt: dat geldt ook voor het doel waaraan je werkt. Samen stel je een doelformulering op, waarbij je veel minder tijd besteedt aan de analyse van het probleem dan bij gebruikelijke CGT. En als je de cliënt vraagt om te registreren, dan vraag je niet om de klacht te benoemen maar de uitzondering op de klacht: wanneer was het probleem er níét of minder? Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een ‘Dagboek van betere momenten’.”

Wat maakt deze methode leuk en waar zit de uitdaging?

“De benadering is positief, licht en gaat vaak gepaard met humor. Het is bovendien niet complex. Wel is het lastig om niet in de valkuil van probleemgericht denken en handelen te stappen. Dat geldt ook voor de cliënt, trouwens. Als mens heb je vaak last van een negativiteitsbias: een neiging om meer negatief dan positief te denken. Ook is ons denkkader als psycholoog, mede door onze opleiding, sterk probleemgericht. Bij PCGT is het zaak om daar scherp op te zijn.”

Wanneer kies je voor PCGT en wanneer niet?

“Geschwind en Bannink onderzochten het effect van PCGT bij depressie. De resultaten waren veelbelovend en de onderzoekers schatten in dat de methodiek ook goed toepasbaar bij andere problematiek. Uiteraard is van belang dat je ‘evidence based’ behandelt. Daarom hoop ik op vervolgonderzoek, ook bij andere diagnoses. Onderwijl kun je als behandelaar aandacht hebben voor het bevorderen van welbevinden, naast je evidence based – klachtgerichte – behandeling. Ook kun je aan PCGT denken bij problematiek waar een goed onderbouwde richtlijn ontbreekt. Belangrijk is dat de cliënt de ‘expert’ is bij deze benadering. Je kiest dus altijd in samenspraak voor PCGT.”

Heb je een voorbeeld van een element of oefening die je gebruikt?

“We kennen allemaal het G-schema wel. Het ‘Dagboek van betere momenten’ lijkt er op, maar de insteek is positief gericht. Hieronder zie je een dagboek dat ik met een cliënt heb ingevuld.”

Wat is het effect van zo’n oefening?

“De cliënt uit het bovenstaande voorbeeld gaf naar aanleiding van deze analyse aan dat ze haar baas nog niet durfde aanspreken over vervelende dingen. We bespraken uitgebreid welke eerste stap ze wél zou durven zetten, vanuit haar gevoel er te mogen zijn. En wat er dan zou kunnen veranderen en waar ze op hoopte. Zo ging ze steeds meer contact maken en ook lastiger zaken bespreken op een manier die bij haar past. Dat gaf haar een groeiend gevoel er te mogen zijn op haar werk. Ze voelde zich steeds vaker ontspannen en in verbinding met haar baas, collega’s en werk.”

“Ook merk ik in de praktijk dat cliënten dit soort interventies vaak als prettiger ervaren dan bijvoorbeeld een G-schema. Bannink en Geschwind beschrijven dat ook in hun behandelprotocol.”

Lees meer over positieve CGT

Heb je wat aan dit artikel?

Anderen misschien ook. Deel het artikel via één van de onderstaande kanalen.