Arbeid als Medicijn: hoe integreer je werk in het behandelproces?

Werk krijgt binnen ggz-behandeltrajecten steeds meer aandacht. Toch mag daar volgens psychiater Ard van Oosten gerust een schepje bovenop. Recent publiceerde hij de uitkomsten van een onderzoek (Van Oosten et al, 2023) dat bevestigt dat werk een stevig medicijn kan zijn bij psychische problematiek. We vroegen hem wat dat betekent voor de behandelpraktijk. En hoe behandelaren arbeid de juiste aandacht kunnen geven.

Wat?

Integreer arbeid in je proces, zegt hij: “Vraag er in begingesprekken naar. Leg uit dat werk het herstel bevordert, maar vertel het eerlijke verhaal: werk kan ook ziekmakend zijn. Maak dus de verdiepingsslag, want alleen vragen naar werk is niet voldoende.” De bedoeling is dat jij gaat zien waar de cliënt staat en hoe jij daarin kunt bijstaan, aldus Van Oosten. Je kunt dan afwegen of werk helpend kan zijn bij het herstel en zo ja, hoe je dat integreert in de behandeling.

Waarom?

“We wisten al dat werk het herstel van mensen met ernstige psychische aandoeningen kan beïnvloeden. Dat heeft mijn laatste onderzoek nu ook aangetoond voor cliënten met veelvoorkomende psychische stoornissen”, vertelt Van Oosten.

Grotere kans op herstel

Bij deze cliënten neemt de kans op herstel met 54% toe als zij werk hebben, ontdekte hij. Ook hun leeftijd en woonsituatie zijn van belang: bij cliënten tot 60 jaar heeft werk een positief effect op het herstel. Daarna verdwijnt dat effect. Bij jongeren van 18+ die bij een alleenstaande ouder wonen, ontbreekt dit effect. Mogelijk vanwege mantelzorg. Van Oosten: “Dit onderzoek bewijst dus – afgezien van de uitzonderingen – de sterke samenhang tussen het hebben van werk en de kans op herstel.”

“Ik hoop dat dit onderzoek behandelaren motiveert om het thema arbeid nóg serieuzer te nemen.”

Ard van Oosten

Meer ruimte voor herstel

Bovendien zit de meeste ruimte voor herstel aan het begin van het proces, als iemand net is uitgevallen, vult hij aan. “Als iemand langer uit de running is, zie je vaak andere, bijkomende problematiek. Terugkomen is dan veel lastiger. Daarom moeten we af van de benadering dat iemand eerst moet herstellen en dat werk pas daarna komt.”

Hoe?

Achterhaal hoe de cliënt naar werk kijkt en welke rol arbeid zou moeten krijgen in de behandeling. Van Oosten geeft de volgende tips:

1. Vraag altijd naar werk

Vraag de cliënt altijd: heb je werk en wat betekent werk voor jou? Dat gaat over zingevingsvragen. Zoals: wat is voor jou van waarde en wat geeft jou bevrediging? Welke rol speelt werk daarin? Realiseer je dat het bespreken van werk veel impact kan hebben.

2. Stel de juiste vragen

Soms zijn andere vragen nodig. Bijvoorbeeld wanneer werk in de weg staat. Want voor de één is werk een kans om zich te ontplooien, maar voor de ander een noodzakelijk kwaad. Vraag daarom ook: hoe gaat het op het werk? Betreft het zelfgekozen werk, of doet iemand bepaald werk vanwege externe druk? Passen de werkzaamheden bij de cliënt? Zijn er conflicten op de werkvloer? Dreigt er verzuim, of is iemand al uitgevallen? En in dat geval: is er contact met een bedrijfsarts of bijvoorbeeld het UWV?

3. Maak het jezelf makkelijker

Maak gebruik van de hulpmiddelen op de website Arbeidalsmedicijn.nl. Zoals een gespreksleidraad waarmee cliënten zich kunnen voorbereiden op een gesprek waarin werk ter sprake komt. De leidraad behandelt de vragen: wat wil je, wat kun je, wat doe je, wat helpt je, wie helpt je en wat zijn je rechten en plichten? Deze leidraad geeft therapeuten goed inzicht in de plek die werk kan krijgen in iemands traject.

4. Integreer werk in de behandeling

Leg aan cliënten voor: ik vind het van belang dat we werk meenemen in jouw behandelplan, zodat werk kan bijdragen aan jouw herstel. Stel daar doelen bij, samen met de cliënt. En probeer tools aan te reiken, gericht op functieherstel en niet alleen op klachtenreductie.

5. Werk samen

Durf samen te werken met andere betrokken partijen. Bespreek altijd met de cliënt naar wie je communiceert, en hoe. Wat moeten de bedrijfsarts, het UWV en eventueel de leidinggevende weten? Wat is daarin jouw rol? Hoe verwijs je door, of deel je informatie?

6. Deel informatie

Durf informatie te delen met andere partijen, ondanks de privacywetgeving. De schade kan namelijk veel groter zijn als je niets deelt. Bovendien is er vaak meer mogelijk dan je denkt, maar dat vraagt om durf en actie. Informatie delen kan bijvoorbeeld via psycho-educatie. Ook kan het goed zijn – en voor de cliënt erg prettig – dat jij meegaat naar een gesprek met bijvoorbeeld de bedrijfsarts of werkgever. Dat kan lastig voelen, maar je kunt over zo’n gesprek goede afspraken maken. Ook helpt het om zo’n gesprek samen met de cliënt voor te bereiden, bijvoorbeeld via rollenspellen.

7. Ontwikkel jezelf

Je kunt de leidraad casuïstiek (via Arbeidalsmedicijn.nl) gebruiken om jouw eigen handelen op het thema arbeid gericht te verbeteren. De leidraad helpt je om feedback op je werkwijze te krijgen tijdens casuïstiekbesprekingen met andere professionals. Een waardevolle werkvorm!

Meer weten?

Heb je wat aan dit artikel?

Anderen misschien ook. Deel het artikel via één van de onderstaande kanalen.