Angsten en trauma’s in de behandelkamer: hoe ga je daarmee om?

Ook in kortdurende generalistische behandelingen kun je te maken krijgen met angstige en getraumatiseerde mensen. Hoe ga je daarmee om? Marcella Pommée werkt als klinisch psycholoog en psychotherapeut bij Psychotraumacentrum Haarlem en behandelt mensen met angsten en trauma’s. In dit artikel vertelt zij over haar ervaringen en geeft ze tips voor hoe zij een behandeling efficiënt en met de meeste kans van slagen aanpakt.

Marcella werkt al dertig jaar met mensen die kampen met angstklachten en trauma’s. “Ik vind het heel mooi om hen te kunnen helpen bij het terugvinden van hun veerkracht. Zelfs bij trauma’s kunnen mensen heel ver komen in hun herstel,” vertelt Marcella. Samen met haar collega’s staat zij open voor alle patiënten. “De enige voorwaarde is dat iemand last heeft van een trauma. Alleen als een persoon daarnaast heel verslaafd is of acuut suïcidaal of psychotisch, dan kunnen we mogelijk niet helpen. Maar dat komt niet vaak voor.”

Of mensen met angsten en trauma’s geholpen kunnen worden binnen een kortdurend behandeltraject, is onder andere afhankelijk van het aantal traumatische ervaringen en de complexiteit van de problematiek. Marcella: “Wanneer iemand gedurende een langere periode traumatische gebeurtenissen heeft meegemaakt, dan kan dit mogelijk óók leiden tot gedragsveranderingen, gevoelens van angst en paniek, het vermijden van sociale contacten en het verlies van vertrouwen in anderen. De behandeling is dan vaak complexer en zal meer tijd vragen. Maar als iemand alleen symptomen van PTSS heeft en bijvoorbeeld één bijkomende klacht, dan kun je daar zeker mee aan de slag tijdens een kortdurende behandeling.”

'Ik vind het heel mooi om mensen met angsten en trauma’s te kunnen helpen bij het terugvinden van hun veerkracht.'

Marcella Pommée

Goede intake zorgt voor duidelijke verwachtingen

Zelf is Marcella door de jaren heen steeds efficiënter gaan werken. Dat begint al bij de intake, waaraan zij veel aandacht besteedt. “Na aanmelding neem ik altijd eerst telefonisch contact op om het traject en eventuele contra-indicaties te bespreken. Bij de intake is het belangrijk om eerst te kijken naar de klachten en welke ingrijpende gebeurtenissen hieraan ten grondslag liggen. Zo kun je een indruk krijgen van de verwachte complexiteit. Soms kan één traumatische gebeurtenis zoals een auto-ongeluk, leiden tot PTSS-symptomen en somberheid omdat de persoon daardoor bijvoorbeeld niet meer op bezoek kan bij zijn moeder. Soms haalt een recente gebeurtenis weer oude herinneringen omhoog: iemand heeft bijvoorbeeld recent een auto-ongeluk meegemaakt waarbij weer nare herinneringen van een eerdere ziekenhuisopname bovenkomen. ”

Zowel tijdens de intake als gedurende de behandeling is het belangrijk de verwachtingen van de cliënt goed te managen. Marcella: “Uit ervaring weet ik dat we met onze behandeltechnieken succes kunnen boeken, maar de cliënt moet de aanpak ook waardevol vinden én zich volledig willen inzetten. Ik geef ik tijdens de intake al duidelijke informatie over de behandeling en de behandeltechnieken, zodat iemand een goed beeld krijgt van wat hij of zij in het traject kan verwachten. Als de verwachtingen helder zijn, kun je een echte samenwerking aangaan met je cliënt.”

Samen zoeken naar de rode draad

Een volgende stap tijdens de intake is het uitwerken van de specifieke gebeurtenis of gebeurtenissen die het trauma hebben veroorzaakt. Daardoor kun je samen ook beter begrijpen wat de impact ervan is. Marcella: “Bij het behandelen van een trauma is het belangrijk om samen de ‘rode draad’, vast te stellen; oftewel de kern van de traumabehandeling. Met andere woorden: welke ingrijpende gebeurtenissen moeten worden behandeld om de klachten te verminderen.“

Mensen met posttraumatische stressklachten kunnen last hebben van verschillende soorten herbelevingen. “Sommige mensen zien steeds bepaalde beelden, anderen hebben last van terugkerende geluiden of geuren en weer anderen hebben het gevoel dat hun lichaam wordt aangeraakt,” vertelt Marcella. Bij deze ‘rode draad’ kunnen ook direct de triggers die verbonden zijn met de ingrijpende gebeurtenis worden benoemd. “Afhankelijk van wat iemand dwarszit, probeer ik erachter te komen wat de triggers zijn en hoe we die kunnen gebruiken in het behandelen van het trauma. Ik heb een grote verzameling geluiden, beelden en objecten. Bijvoorbeeld geluiden van sirenes, ruziemakende mensen, seks, beelden, verschillende geuren (parfums, alcohol) maar ook objecten zoals dildo’s en messen.”

Vermijdingsdrang doorbreken

Veel mensen met psychotraumaklachten zijn geneigd om traumagerelateerde triggers te vermijden. Dit zal vaak ook merkbaar zijn in de behandeling: de cliënt wil bijvoorbeeld liever niet denken aan of praten over de gebeurtenis en vermijdt dit subtiel. Je kan bij aanvang mensen bijvoorbeeld vragen een motivatiebrief te schrijven. Daarin kunnen mensen beschrijven wat ze met de traumabehandeling willen bereiken, wat ze zelf gaan doen om hun vermijdingsgedrag te doorbreken en hoe de therapeut daarbij kan helpen.

Het betrekken van een partner of familielid kan daarbij ook waardevol zijn; met hen kun je bespreken wat de triggers zijn die de cliënt ervaart. Maar en kan ook besproken worden hoe de partner of familielid de cliënt tijdens de behandeling kan steunen en helpen. Dat geeft een gevoel van controle en houvast. Daarbij blijkt uit onderzoek dat het resultaat van de traumabehandeling beter wordt als naasten worden betrokken.”

'Als iemand symptomen van PTSS heeft en bijvoorbeeld één bijkomende klacht, dan kun je daar zeker mee aan de slag tijdens een kortdurende behandeling.'

Marcella Pommée

EMDR en Imaginaire Exposure therapie

Tijdens de intake, gaat Marcella met de cliënt in gesprek over de behandeltechniek. “Ik werk altijd met EMDR en Imaginaire Exposure therapie en leg voor elke techniek uit wat de voor- en nadelen zijn. De keuze ligt bij de cliënt, maar ik adviseer natuurlijk wel. Een voorbeeld: een moeder van vier kinderen zal minder makkelijk tijd en ruimte vinden om twee keer per dag de opnames terug te luisteren; dan geef ik aan dat EMDR voor haar waarschijnlijk passender is dan Imaginaire Exposure therapie.”

Het komt regelmatig voor dat Marcella uiteindelijk een combinatie van EMDR en Imaginaire Exposure therapie inzet, maar zij raadt behandelaren aan om in eerste instantie – samen met de cliënt - een keuze voor één behandeltechniek te maken en daar bij te blijven. “Wel is het goed om de voortgang bij te houden, want als er met de ingezette behandeltechniek geen vooruitgang geboekt wordt dan heeft het geen zin. Ik laat cliënten elke week een korte screeningslijst voor PTSS (bijvoorbeeld de PCL-5) invullen. Zo kunnen we goed zien of de therapie helpt en tijdig bespreken of we het beter toch de andere behandeltechniek kunnen proberen. Ga in ieder geval niet te lang door met de methode die je bij aanvang hebt gekozen (EMDR of Imaginaire Exposure), maar switch naar de tweede keus als de eerste keus niet werkt.”

Oog houden voor andere factoren

Ook bij angsten en trauma’s is het van belang om oog te blijven houden voor andere factoren die een rol kunnen spelen in de klachten die de cliënt ervaart. Denk aan bijvoorbeeld relatieproblemen, weinig dagbesteding of slaapproblemen. Marcella: “Onze praktijk schakelt bij bijvoorbeeld slaapproblemen een externe partij in, maar als er sprake is van trauma gerelateerde patronen dan behandelen we altijd eerst de psychotraumaklachten. Vaak heeft dit al een positief effect op de andere klachten.”

Goede afronding geeft vertrouwen

Marcella: “Als je vanaf de intake duidelijk bent geweest over de behandeling en de rode draad goed naar boven hebt kunnen halen, weten cliënten vaak goed wat hen per sessie te doen staat en waar ze staan in het proces. Toch kan het einde van de behandeling moeilijk zijn. Daarom stel ik regelmatig voor dat een cliënt na 6 weken nog een keer terugkomt voor een laatste sessie. Ook het maken van een terugvalpreventieplan kan helpen om de behandeling met vertrouwen af te ronden.”

Tot slot wil Marcella behandelaren die twijfelen over het behandelen van patiënten met angsten en trauma’s, graag meegeven dit toch een kans te geven. “Er wordt snel gezegd dat een trauma te complex is, maar ik ben ervan overtuigd dat als je gaat samenwerken met je cliënt en de omgeving er goed bij betrekt, je ook in de basis ggz heel ver kunt komen!”

Alle tips op een rij

  • Zorg voor een zorgvuldige intake; krijg een indruk van de complexiteit
  • Zorg voor realistische verwachtingen; geef duidelijke informatie over de behandeling en de behandeltechnieken
  • Ga op zoek naar de ‘rode draad’: welke gebeurtenissen hebben geleid tot de klachten. Bepaal de volgorde van behandelen;
  • Betrek de omgeving, bijvoorbeeld een partner of familielid
  • Maak de keuze voor een behandeltechniek samen met de cliënt
  • Houd de voortgang bij; heeft de behandeling effect? Switch naar de andere techniek als de eerst gekozen techniek onvoldoende oplevert
  • Houd oog voor vermijdingsgedrag, ook tijdens de behandeling
  • Zorg voor een goede afronding; maak een terugvalpreventieplan of maak een afspraak voor een laatste sessie in de nabije toekomst

Heb je wat aan dit artikel?

Anderen misschien ook. Deel het artikel via één van de onderstaande kanalen.