Medicatiemisbruik in de Kortdurende generalistische GGZ. Ja maar, de dokter heeft het voorgeschreven!

Een ingewikkelde doelgroep waarmee je binnen de kortdurende generalistische ggz regelmatig te maken kan hebben, is de chronische pijn cliënt. Hanna Lans is psycholoog bij Centiv en deelt in dit artikel haar ervaringen en geeft tips om op te letten. “Wat we vaak bij de chronische pijn cliënt vergeten is dat zij een risico lopen om een medicatieverslaving te ontwikkelen.” Omdat medicatie niet het vakgebied van de psychologen is, is men niet snel geneigd om hier kritische vragen over te stellen. Toch is het belangrijk om ook als psycholoog kritisch te blijven op medicatiegebruik, omdat we weten dat bepaalde soorten medicatie de behandeling kan ondermijnen, aldus Hanna. Lees hier aan welke medicatie je kan denken en hoe je hier binnen de kortdurende generalistische ggz mee om kan gaan.

“Het gebruik van deze middelen doet cliënten veelal denken aan de effecten van drugs”

Hanna Lans, psycholoog bij Centiv

'Rode vlag medicatie'

Wat zijn dan de ‘rode vlag’ medicaties voor psychologische behandeling? Hanna: “We zien bij het gros van de medicatieverslavingen dat er sprake is van opiaat gerelateerde middelen, zoals oxycodon, oxycotin, tramadol, fentanyl, morfine en ketamine. Vaak heeft deze doelgroep ook moeite met slapen en worden middelen zoals benzodiazapines (oxazepam, lorazepam, temazepam), zolpiclon en zolpidem voorgeschreven.” Bekend van deze middelen is dat ze allemaal een verslavende werking hebben

Pijnmedicatie in de vorm van opiaten worden dikwijls voorgeschreven voor acute pijn en worden vaak tijdelijk geïndiceerd (uitzonderingen daargelaten). Het gebruik van deze middelen doet cliënten veelal denken aan de effecten van drugs. Eerst is er sprake van euforie en afname pijn, waardoor de client zich na lange tijd eindelijk weer pijnvrij en energiek voelt. Daarna treedt gewenning op en is de euforie steeds minder vaak en minder sterk aanwezig. Binnen de verslavingszorg worden de effecten van pijnmedicatie dikwijls vergeleken met middelen zoals heroïne en crack. Dit zegt ook gelijk hoe lastig het voor mensen is om te minderen, dan wel te stoppen met pijnmedicatie.

“Als behandelaar binnen de kortdurende generalistische ggz kan je ook fungeren als poortwachter. Dus motiveren om intensievere hulp aan te gaan, bijvoorbeeld bij verslavingszorg of een revalidatiecentrum”

Hanna Lans, psycholoog bij Centiv

Wat te doen met deze doelgroep in de kortdurende generalistische GGZ

Waar zit dan het werk voor de kortdurende generalistische ggz? Hanna: “Vergelijkingen met heroïne zijn logischerwijs niet iets voor de kortdurende setting". Toch kunnen wij wel wat voor deze doelgroep betekenen. “

  • Psycho-educatie: uitleg geven over pijnmedicatie en risico op verslaving. Bekijk bijvoorbeeld het filmpje Filmpje Nuggets samen met je cliënt
  • Uitleg over het effect van pijnmedicatie op psychische klachten, zoals stemming, angst en suïcidaliteit.
  • Indien de huisarts akkoord is kan met een eventuele verpleegkundig specialist, of door de huisarts zelf afgebouwd gaan worden. Als behandelaar richt je je op psychologische processen rondom afbouwen, zoals omgaan met zucht/trek en de ontwenningsverschijnselen. Maar ook hoe om te gaan met een leven met een eventuele beperking.
  • Als behandelaar binnen de kortdurende generalistische ggz kan je ook fungeren als poortwachter. Dus motiveren om intensievere hulp aan te gaan, bijvoorbeeld bij verslavingszorg of een revalidatiecentrum.
  • Inzetten van Acceptance en Commitment therapie (evidence based bij deze groep). Minfulness en CGT zijn ook goede opties. Dit omdat bij chronische pijn - en verslavingscliënten naar voren is gekomen dat zij weinig zicht hebben op hun waarden. Deze exploreren kan van toegevoegde waarde zijn op herstel.

Casuïstiek onder de loep:

Voorbeeld1: Vrouw komt op intake en is bekend met chronische pijnklachten. Zij gebruikt Fentanylpleisters (morfine) en heeft in het verleden het Fentanylgebruik abrupt gestopt. Dit ging samen met ernstige ontwenningsverschijnselen, waarna de Fentanyl weer is gestart. Huisarts wilt graag dat Fentanyl wordt afgebouwd, maar cliënte durft dit niet. Omdat zij last heeft van stemmings- en angstklachten is zij voor behandeling aangemeld. Er is ingezet op psycho-educatie en motiverende gespreksvoering, hierdoor was cliënte gemotiveerd om het gebruik af te bouwen. Vanwege de ernstige ontwenningsverschijnselen in het verleden is ze doorverwezen naar de verslavingszorg.

Voorbeeld 2: Man wordt gezien en heeft pijnklachten bij artrose. In het verleden is hij gestopt met Oxycodon, maar vanwege de pijnklachten is Buprenorfine voorgeschreven. Tijdens het behandeltraject krijgt hij een zenuwbeknelling, waarbij geen duidelijke oorzaak werd gevonden. De cliënt heeft samen met de huisarts de Buprenorfine met succes kunnen afbouwen. Qua behandeling is ingezet op ACT, met name is gekeken naar waarden en dingen die hij graag wilt doen. Hoewel hij een moeilijke periode heeft gekend qua ontwenning, heeft hij wel het gebruik kunnen stoppen. Hij merkt dat hij zich helderder voelt en ook zijn de klachten van de zenuwbeknelling verminderd.

Samengevat: de concrete stappen nogmaals op een rij.

Stap 1: Uitvoerig uitvragen gebruik ‘rode vlag’ medicatie (hoeveel, hoelang, is het geïndiceerd voor uw pijnklachten, tolerantie, ontwenning, zucht, controle verlies en functie van het gebruik). Bij twijfel en toestemming van de cliënt kan altijd overlegd worden met VS en/of huisarts.

Stap 2: Indien cliënten aan verslavingskenmerken voldoet en dit de behandeling in de weg kan zitten, hulpvraag toetsen. Mogelijk motiverende gespreksvoering inzetten (voor- en nadelenbalans, schaal van willen/kunnen/klaar voor). LET OP: Rol van keuze van medicatie ligt altijd bij de client EN huisarts! Hanna: “Wel kunnen wij als psycholoog informatie aan de client en huisarts geven als wij denken dat psychologische behandeling hierdoor beïnvloed wordt.” 

Stap 3: Psycho-educatie (op gebied van verslaving, pijn en effecten van medicatie op behandeling). Zie naslagwerken onderaan het artikel voor meer informatie en kennis en filmpje eerder in dit artikel (nugget).

Stap 4: Verwijzen SGGZ of samen met de VS en/of huisarts plan van aanpak maken en behandeling inzetten.

Naslagwerk

- Verbunt, J., Swaan, J., Preuper, H. S., & Schreurs, K. (2019). Handboek pijnrevalidatie: Voor de eerste-, tweede- en derdelijns gezondheidszorg.

- Schreurs, K., & Hulsbergen, M. (2011). Leven met pijn: Praktijkboek voor behandelaars.

- Veehof, M., Schreurs, K., Hulsbergen, M., & Bohlmeijer, E. (2019). Leven met pijn: De kunst van het aanvaarden. (8ste druk)

Heb je wat aan dit artikel?

Anderen misschien ook. Deel het artikel via één van de onderstaande kanalen.